'Waarom ik in het Duits zal zingen tijdens de Zeemanskerkendienst'
Elk jaar is er in de Andreaskerk vlak voor Hervormingsdag een dienst met de lutherse Zeemanskerken van Rotterdam: de Zeemanskerkendienst. Martin van Wijngaarden, predikant van de Lutherse Gemeente Rotterdam, schreef een overdenking naar aanleiding van het Zeemanslied Melita.
Verstaan we altijd wat we zingen als we God eren? Sommige teksten zijn misschien begrijpelijker als we ze even hardop lezen. En als we in andere talen zingen kan dat sterker gelden. Toch werkt het af en toe ook andersom. In Rotterdam wordt dit jaar vlak voor Hervormingsdag voor de 37e keer de zogenoemde Zeemanskerkendienst gehouden. In die dienst klinkt in vele talen tegelijkertijd hetzelfde lied, zoals Luthers Allein Gott in der Höh sei Ehr (Liedboek 302). Deens, Duits, Fins, Nederlands, Noors en Zweeds klinken tegelijk. Net als op Pinksteren hoort ieder haar of zijn eigen taal, én allen zingen hetzelfde tot Gods eer! Dat wordt ervaren als een spiritualiteit over taal- of andere grenzen heen. Voor Rotterdamse lutheranen is dit altijd een enorme opsteker: bijeen rond Woord en Sacrament op een wijze die ons aan het hart ligt: zingend; én vertrouwd met een theologie die allen bindt.
Een lied dat nooit ontbreekt is Eternal Father strong to save, in het Nederlands O eeuwige Vader, sterk in macht (Oude Liedboek 467). De liedmelodie heeft zoals in de Engelse zangtraditie gebruikelijk, een eigen naam gekregen: Melita. Melita is de naam voor het eiland Malta waar Paulus na een schipbreuk aanspoelde (Handelingen 28). Deze melodie die geestelijk met de zeereiziger Paulus te verbinden is, is de zeevarenden - voor wie in die genoemde dienst ook gebeden wordt - zeer aan het hart gelegen. In diverse kustplaatsen klinkt het als het stormt, Paulus’ schipbreuk indachtig.
Dit lied zelf is een meditatie op zich. En herkenbaar in de specifieke context van varenden. Ieder couplet heeft duidelijke Bijbelse verwijzingen. Het eerste echoot de lofzang op de Schepper die de wateren een plaats gaf (Psalm 104). Het tweede bezingt Christus, die de wateren tot rust bracht (Marcus 4:35-41), het volgend couplet spreekt van de schepping, toen Gods geest over de wateren zweefde (Genesis 1). Het laatste couplet zingt (ronduit) masculien:
O God, die ons behoeden wilt, / Bescherm de broeders, wees hun schild
in storm en strijd, ga met ze mee / En red ze van 't geweld der zee,
dat land en water wijd en zijd / Lofzingen uw barmhartigheid.
Dit is naar Psalm 107:28-31: God is de behoeder van hen die hem (op zee) aanroepen, en dan volgt in de psalm de tekst: laten zij de Heer loven om zijn trouw.
De schipbreuk van Paulus - Ludolf Backhuysen, ca. 1690
De Zeemanskerkendienst wordt al bijna vier decennia gevierd in Rotterdam, ondertussen komen van dit lied steeds meer vertalingen beschikbaar. Jan Janssen, predikant van de Deutsche Seemannsmission, verzorgde dit jaar een Duitse vertaling, met als laatste strofe:
Du, Gott, der dreifach für uns da, / Sei bei den Menschen in Gefahr,
in Sturm und Streit, in Last und Leid – / Hilf überall, für alle Zeit.
Wir loben dich in Luv und Lee, / Wir hier an Land und dort auf See.
Nu komen twee werelden bijeen, de wereld van de ‘varenden’ en de wereld van de ‘wonenden’ zoals wel gezegd wordt. Dit is uiteraard een nieuwe taal op het palet van de hymnologie. En met ‘in Luv und Lee’ (wat populair gezegd, ‘bij voor- en tegenwind’) loven wij God. Maar ook het ‘Wir hier an Land und dort auf See’, geeft een nuttige dimensie extra. De ‘wonenden’, zij die aan land blijven en niet uitvaren, worden nu ook benoemd. Ik weet nu al dat ik in die dienst de Duitse versie zal zingen, deze vertaling verwoordt voor mij een actueler verstaan van dit lied. Kortom: op aarde of op zee, in de Zeemanskerkendienst, ook als het niet stormt: alles komt bij elkaar. Alleen Gods lof, Soli Deo Gloria.