Lutherse gemeente Rotterdam
Orde van dienst
Eeuwigheidszondag
Laatste zondag van het kerkelijk jaar
23 november 2025
Elia vaart ten hemel op een vurige wagen, Marc Chagall 1956
Vandaag hebben we bijzondere muziek in de dienst: Leonore Engelbrecht zingt en Elly van Munster speelt op de theorbe, een luit-achtig snaarinstrument met extra bassnaren.
Muziek: Henry Purcell (1659-1695): Music for a while
Music for awhile,
Shall all your cares beguile:
Wondering how your pains were eas’d.
And disdaining to be pleas’d,
Till Alecto free the dead.
From their eternal bands,
Till the snakes drop from her head,
And the whip from out her hands.
Muziek zal voor even
Al je zorgen verdrijven
En je pijnen verzachten.
De onderaardse wraakgodin Alecto
Zal de doden van hun eeuwige banden bevrijden.
De slangen zullen van haar hoofd vallen en de zweep uit haar handen.
Klokluiden
Lied 213:1+2+3 Morgenglans der eeuwigheid
Mededelingen
VOORBEREIDING
Voorbereiding door kerkenraadslid (staan)
V: In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
A: Amen
V: Onze hulp is in de naam van de Heer
A: die hemel en aarde gemaakt heeft
V: Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
A: en laat ons weer in vrede leven
V: Amen.
Ingangspsalm met antifoon (uit Jeremia 29:11)
V: Mijn plan met jullie staat vast - spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven.
Zingen Psalm 50:1+11
(allen herhalen de antifoon, na het zingen van de psalm)
A: Mijn plan met jullie staat vast - spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven.
Kyrie
V: Laten wij de Heer om ontferming aanroepen voor de nood van de wereld en zijn naam prijzen, want zijn barmhartigheid heeft geen einde!
Gloria
HET WOORD - DE SCHRIFTEN
Groet
Zondagsgebed
V: … door Jezus Christus, onze Heer.
A: Amen.
Muziek: Nicholas Lanier (1588 – 1666): Weep no more van
Weep no more my wearied eyes;
Leave off your sad lamenting;
Cease my voice your mournful cries,
Since she, only she,
cruel she pleasure takes in my tormenting.
And my griev’d heart long time with sighs oppress’d,
Which endlessly to her I sent
As messengers of my unrest,
Now let her know, all love to her is spent.
Nor blind love, no more shall boast,
Or glory in my tormenting;
Her disdains my love hath lost,
For that, only that, bred my too late repenting.
Now, now no more, my heart shall beauty charm
With rosy cheek or glist’ring eye;
For in fair looks lies hidden harm,
And Love’s too blind the danger to espy.
Huil niet meer, vermoeide ogen;
Laat uw droeve klachten achterwege.
Staak, mijn stem, uw treurend klagen,
aangezien zij, alleen zij, wrede zij, behagen schept in mijn kwelling.
En mijn bedroefd hart, lang bezwaard door zuchten,
die ik haar eindeloos toezond
als boden van mijn onrust,
laat haar nu weten: alle liefde voor haar is vergaan.
Ook de blinde liefde zal niet meer roemen
of zich verheugen in mijn lijden;
haar minachting heeft mijn liefde gedoofd,
want dat, enkel dat, bracht mijn te late berouw voort.
Nu, nu zal mijn hart niet langer betoverd worden
door schoonheid, door rozenwang of glinsterend oog;
Want in schone aanblik schuilt verborgen leed,
en liefde is te blind om het gevaar te zien.
Lezing: 2 Koningen 2:1-15
1 Het geschiedde
toen JHWH Elia in een storm liet opgaan ten hemel:
daar gingen Elia en Elisa, weg uit Gilgal.
2 Elia zei tegen Elisa:
Blijf toch hier zitten,
want JHWH stuurt mij naar Bethel.
Maar Elisa zei:
Zowaar JHWH leeft,
zowaar jouw ziel leeft:
ik zal jou niet verlaten.
Zo daalden zij af naar Bethel.
3 De profetenzonen in Bethel gingen uit naar Elisa
en zeiden tegen hem:
Weet jij dat JHWH op deze dag
jouw heer zal wegnemen van boven jouw hoofd?
Hij zei:
Ook ik weet het. Stil!
4 Elia zei tegen hem:
Elisa, blijf toch hier zitten,
want JHWH stuurt mij naar Jericho.
Maar hij zei:
Zowaar JHWH leeft,
zowaar jouw ziel leeft:
ik zal jou niet verlaten.
Zo kwamen ze in Jericho.
5 De profetenzonen in Jericho naderden tot Elisa
en zeiden tegen hem:
Weet jij dat JHWH op deze dag
jouw heer zal wegnemen van boven jouw hoofd?
Hij zei:
Ook ik weet het. Stil!
6 Elia zei tegen hem:
Blijf toch hier zitten,
want JHWH stuurt mij naar de Jordaan.
Maar hij zei:
Zowaar JHWH leeft,
zowaar jouw ziel leeft:
Ik zal jou niet verlaten.
Zo gingen ze, die beiden.
7 Vijftig man van de profetenzonen waren meegegaan,
en bleven tegenover staan, van verre.
Zij, die beiden, stonden aan de Jordaan.
8 Elia nam zijn mantel, rolde hem op
en sloeg het water.
Dat splitste zich herwaarts en derwaarts
en zij trokken beiden over het droge.
9 En het geschiedde toen zij overtrokken
dat Elia tegen Elisa zei:
Vraag wat ik voor je kan doen
voordat ik van jou word weggenomen.
Elisa zei:
Dat een tweevoudig deel van jouw geest
op mij zal zijn.
10 Hij zei:
Het is moeilijk wat je vraagt!
Als je mij ziet wanneer ik van je word weggenomen
dan zal het zo voor je zijn,
zo niet, dan zal het niet zijn.
11 En het geschiedde, terwijl zij voortgingen al gaande en sprekend,
Kijk! een wagen van vuur en paarden van vuur,
die maakten scheiding tussen hen beiden.
En Elia ging in een storm op ten hemel.
12 Elisa zag het en hij, hij schreeuwde:
Mijn vader, mijn vader,
jij wagen Israëls en zijn ruiters!
Toen zag hij hem niet meer.
Hij greep zijn klederen
en scheurde ze in twee stukken.
13 Hij hield de mantel van Elia omhoog,
die van hem afgevallen was;
hij keerde om en bleef staan aan de oever van de Jordaan.
14 Hij nam de mantel van Elia
die van hem afgevallen was,
sloeg het water en zei:
Waar is JHWH, de God van Elia?!
Ja hij, hij sloeg het water;
dat splitste zich herwaarts en derwaarts
en Elisa trok over.
15 De profetenzonen in Jericho zagen het, van tegenover
en zeiden:
Elia’s geest rust op Elisa.
Zij kwamen hem tegemoet
en bogen zich voor hem neer ter aarde.
Muziek: Claudio Monteverdi (1567-1643): Si dolce è ‘l tormento
Si dolce è il tormento Zo zoet is de pijn
che in seno mi sta, in mijn hart neergestreken
ch’io vivo contento dat schoonheids venijn
per cruda beltà. mij genot is gebleken.
Nel ciel di bellezza Laat in hun hemel de schonen
s’accresca fierezza zich steeds hoogmoediger tonen
e manchi pietà, en meelij ontbreken,
che sempre qual scoglio opdat vast als een rots
all’onda d’orgoglio boven zeeën van trots
mia fede sarà. mijn trouw uit zal steken.
La speme fallace Laat de hoop waar ‘k mijn schreden
rivolgan’ i piè, naar richt zijn vervlogen
diletto nè pace laat vreugde noch vrede
non scendano a me, op me neerdalen mogen,
e l’empia ch’adoro en de wrede die ‘k vereer
mi nieghi ristoro maken dat ‘k de troost ontbeer
di buona mercè: van het goed mededogen:
tra doglia infinita, in eindeloos smachten,
tra speme tradita in ijdel verwachten
vivrà la mia fè. leeft mijn trouw onbewogen.
Per foco, per gelo Door ijs en door vuur
riposo non ho; vind ik geen vree;
nel porto del cielo ik vind rust en duur
riposo havrò. pas op de hemelse ree.
Se colpa mortale Als mij de dood
con rigido strale met een staalharde stoot
il cor m’impiagò, mijn hart opensnee,
cangiando mia sorte dan keerde mijn lot:
col dardo di morte zo’n dodelijk schot
il cor sanerò. daar genas mijn hart mee.
Se fiamma d’amore Brandde nooit nog de gloed
Già mai non sentì van vurige liefde
Quel riggido core in dat ijskoud gemoed
Ch’il cor mi rapì Dat mijn hart mij ontdiefde,
Se nega pietate Wil die wrede schone
La cruda beltate geen meelij mij tonen
Che ‘l alma invaghì Die mijn ziel heeft gevangen,
Ben fia che dolente Toch zal zij met smart,
Pentita e languente Vol berouw en benard,
Sopirimi un dì. Ooit naar mij verlangen.
Vertaling: Rudy Bremer
Verkondiging
Muziek
Giulio Caccini (1551 – 1618): Amor, io parto
Amor, io parto, e sento nel partire Liefde, ik vertrek, en het afscheid
Al penar, al morire, Is voor mij als de dood,
Ch’io parto da colei ch’è la mia vita, Want ik ga weg van haar die mijn leven is
Se ben ella gioisce Hoewel zij zich vrolijk maakt
Quand’il mio cor languisce. Over mijn gekwelde hart.
O, durezza incredibil‘e infinita Ach, het is eindeloos hard
D’anima ch’l suo core Als iemand z’n hart breekt
Può restar morto, e non sentir dolore! En er niets van voelt!
Ben mi trafigge amore Doorschoten met liefde,
L’aspra mia pen’, il mio dolor pungente. Verbitterd door verdriet, ben ik er kapot van
Ma più mi duol il duol ch’ella non sente. Maar erger dan mijn leed, is het leed dat zij
niet voelt.
GEDENKEN
Lied: Die in ons hart geschreven staan
(tekst: Sytze de Vries, melodie: melodie: Jan Hut)
2 Uw droefheid is niet bodemloos:
God houdt zijn handen open.
Het brekend leven, doods en broos
draagt Hij door vrees en hopen.
Herinnert Hij zich niet hun naam
als wachters op de morgen?
Die in de nacht zijn voorgegaan
zijn in Gods trouw geborgen.
3 De naam, waarmee zij zijn genoemd
staat in Gods hand geschreven
en zal door alle donker heen
toch onuitwisbaar blijven.
In Christus is hun naam bewaard,
naar Hem blijven zij heten.
Hij wekt hen uit de slaap en zal
hen van de dood genezen.
Wij noemen de namen van hen die in het afgelopen kerkelijk jaar overleden zijn
Iedereen mag een kaars aansteken
Daarbij muziek:
Francesca Caccini (1587 - na 1641): Lasciatemi qui solo
Lasciatemi qui solo
Torante augelli al nido
Mentre l’anim’e ‘l duolo
Spiro su questo lido
Altri meco non voglio
Ch’un freddo scoglio
E ‘l moi fatal martire
Lasciatemi morire
Dolcissime sirene
Che’n si pietoso canto
Raddolcite mie pene
Fate soave il pianto
Movet’ il nuoto altronde
Togliete all’onde
I crudi sdegni, e l’ire
Lasciatemi morire
Placidissimi venti
Torante al vostro speco
Sol miei duri lamenti
Chieggo che restin meco
Vostri sospir non chiamo
Solingo bramo
I miei dolori finire
Lasciatemi morire
Vreedzame winden,
keer terug naar uw schuilplek;
slechts mijn harde klachten
vraag ik dat ze bij mij blijven.
Uw zuchten roep ik niet,
ik verlang slechts in eenzaamheid
mijn pijn te laten eindigen.
Laat mij sterven.
Liefelijke sirenen,
die met uw meelijwekkend gezang
mijn lijden verzacht,
en mijn tranen zacht doen stromen;
Verleg uw zwemtocht elders,
ontneem de golven
hun wrede toorn en drift.
Laat mij sterven.
Vreedzame winden,
keer terug naar uw schuilplek;
slechts mijn harde klachten
vraag ik dat ze bij mij blijven.
Uw zuchten roep ik niet,
ik verlang slechts in eenzaamheid
mijn pijn te laten eindigen.
Laat mij sterven.
Felicissimi amanti
Torante al bel diletto
Fere eccels’o notanti
Fuggite il mesto aspetto
Sol dolcezza di morte
Apra le porte
All'ultimo languire
Lasciatemi morire
Avarissimi lumi
Che su ‘l morir versate
Amarissimi fiumi
Tard’e vostra pietate
Gia mi sento mancare
O luci avar’e
Tarde al mio conforto
Gia sono esangu’e smorto
Gelukkigste minnaars,
keer terug naar uw lieflijk genot;
hoogvliegende of zwevende wezens,
ontvlucht mijn treurige aanblik.
Alleen de zoetheid van de dood
moge de poorten openen
voor mijn laatste verkwijning.
Laat mij sterven.
Gierige lichten,
die over mijn sterven stromen
met bittere rivieren—
te laat komt uw mededogen.
Ik voel mij reeds vergaan;
o gierige blikken,
te langzaam voor mijn troost,
ik ben al bleek en bloedeloos.
Lied: Die ons in’t hart geschreven staan, vers 5
5 Gedenk hen, die gestorven zijn;
Gods licht zal voor hen dagen,
en alle tranen, alle pijn
zal Hij zich eigen maken,
totdat de droom verkeert in zien,
verwachten wordt tot weten
en wij in zijn volmaakte licht
voorgoed in Christus leven.
GAVEN EN GEBEDEN
Collecte en naar voren brengen van het voorbedenboek.
Tevens muziek:
Nicholas Lanier (1588-1666)
No more shall meads be deck’d with flow’rs
No more shall meads be deck’d with flow’rs,
Nor sweetness live in rosy bow’rs,
Nor greenest buds on branches spring,
Nor warbling birds delight to sing,
Nor April violets paint the grove,
When once I leave my Celia’s love.
The fish shall in the ocean burn,
And fountains sweet shall bitter turn;
The humble vale no floods shall know
When floods shall highest hills o’erflow;
Black Lethe shall oblivion leave,
Before my Celia I deceive.
Love shall his bow and shafts lay by,
And Venus’ doves want wings to fly;
The sun refuse to show his light,
And day shall then be turn’d to night,
And in that night no star appear
When e’er I leave my Celia dear.
Love shall no more inhabit earth,
Nor lovers more shall love for worth,
Nor joy above in heaven dwell,
Nor pain torment poor souls in hell;
Grim death no more shall horrid prove
When e’er I leave bright Celia’s love.
Geen bloem zal meer de weiden kleuren,
Noch rozelaars van zoetheid geuren,
Noch knop felgroen aan twijg ontspruiten,
Noch vogels vrolijk zingend fluiten,
Noch bosviooltjes ’t woud verluchten,
Mocht ik ooit Celia’s liefde ontvluchten.
De zee zal brandende vis omsluiten,
De zoete springbron gal gaan spruiten,
Het diepe dal geen stroom omwelven
Die hoge heuvelen gaat bedelven,
De Lethe ons in herinnering wiegen,
Eer ik mijn Celia zou bedriegen.
Geen pijl die Amor meer verschiet,
Vliegen doen Venus’ duiven niet,
De zon zal niet meer willen schijnen:
De dag zal in de nacht verdwijnen –
Een nacht waarin geen ster bestaat –
Als ik mijn Celia ooit verlaat.
Geen liefde is er meer op aarde,
En minnaars minnen niet om waarde;
In de hemel zal geen vreugd meer zijn,
En ’n ziel voelt in de hel geen pijn;
De dood, zo grimmig, blijkt niet kwaad
Als ‘k Celia’s liefde ooit versmaad
|
Collecte is ook digitaal mogelijk via www.luthersrotterdam.nl/gift |
|
|
Gebed over de gaven
Voorbeden
Met de volgende acclamatie:
Stil gebed
Onze Vader, die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op aarde, geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren, en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade,
WEGZENDING EN ZEGEN
Lied voor de zegen: Lied 425 Vervuld van uw zegen (staan)
Zegen
Muziek: Michel Lambert (1610-1696)
Vos mépris chaque jour
Vos mépris chaque jour me causent mille alarmes,
Mais je chéris mon sort, bien qu'il soit rigoureux :
Hélas ! si dans mes maux je trouve tant de charmes,
Je mourrois de plaisir si j'estois plus heureux.
Uw minachting veroorzaakt mij elke dag duizend angsten,
Maar ik koester mijn lot, ook al is het streng :
Ach! als ik in mijn kwellingen zoveel bekoring vind,
Zou ik van genot sterven, indien ik gelukkiger was.
Voorganger: ds Mirjam Visser-Fuchs
Kerkenraadslid: Lianda Groeneveld-Dettmeijer
Lector: Dorine de Koning
Organist: Niels-Jan van der Hoek
Sopraan: Leonore Engelbrecht
Theorbe: Elly van Munster
Kosteres: Greet Postema-van den Berg
Camerabediening: Wout Kroesbergen
|
Collecte is ook digitaal mogelijk via www.luthersrotterdam.nl/gift |
|
|
-
Na de dienst is er koffie, thee en fris, allen van harte welkom!
-
Wilt u via onze digitale mailing op de hoogte worden gehouden, dan kan dat via www.luthersrotterdam.nl/nieuwsbrief
-
De volgende dienst in deze kerk is op zondag 30 november, 1e advent. Met als voorganger prof. dr. Sabine Hiebsch.
-
Op 2 december start de cursus Leren van Luther. Het thema dit jaar is Solo Verbo – Luther en de Bijbel. In vier bijeenkomsten van anderhalf uur gaan we, onder leiding van Lutherse theologen, op zoek naar het denken en geloven van Luther zelf.
De bijeenkomsten zijn op dinsdagavond van 19:30–21:00 uur, in de Andreaskerk op: 2 december, 6 januari, 20 januari en 3 februari. Aanmelden kan bij Evelien van Zoelen-Haas: evelienhaas@gmail.com of via de intekenlijst in de Paardenkamer.